10

Door Astrid Pater

Kaartspellen hebben vaak één ding gemeen. Ze lijken heel vaak een variant op het kaartspelletje pesten te zijn. Het eerste kaartspel van The Game Master heet 10 en is geenszins een variant hierop. In dit kaartspel is het de bedoeling slim te spelen en jezelf naar de overwinning te bluffen.

Uitspelen, bieden, ruilen, winnen en verliezen
In 10 is het de bedoeling om met 1 of 2 kaarten de waarde 10 te vormen of een waarde daar zo dicht mogelijk bij in de buurt te komen. Iedere speler krijgt bij aanvang van een speelronde 4 kaarten. Elke speelronde bestaat uit 5 fases. In de eerste fase wordt de rondekaart omgedraaid. Deze kaart is bestemd voor de verliezer en levert extra strafpunten op. In fase twee legt de startspeler open of gedekt een kaart voor zich neer. Deze kaart kan de speler beschermen door er 1 of 2 fiches op te leggen. In de derde fase gaan spelers al dan niet op elkanders kaarten bieden met de eigen fiches. Op kaarten die met fiches beschermd worden moeten tenminste 1 of 2 fiches geboden worden. De hoogtse bieder betaald de prijs en ruilt de betreffende kaart om met zijn eigen kaart. Aan het einde van de fase drie worden de beschermfiches in de pot midden op tafel gelegd. In fase 4 mogen spelers een tweede kaart uitspelen, maar alleen als ze hun eerste kaart open op tafel leggen. Blijft de kaart gedekt, dan mag er geen tweede kaart bij gelegd worden. In de vijfde en laatste fase worden alle kaarten opengedraaid en wordt de balans opgemaakt. De winnaar van de ronde heeft 10 of een zo hoog mogelijke waarde onder de 10. De verliezer is degene met de minste punten. De winnaar krijgt de fiches uit de pot en de verliezer krijgt alle kaarten uit de speelronde en de rondkaart. De winnaar bepaalt ook wie de volgende ronde begint. Elke speler vult zijn hand weer aan tot 4 kaarten.

Bluffen
In 10 moet je als speler goed bedenken wat je gaat doen. Wie meteen zijn waarde 10-kaart neerlegt, kan deze in biedronde kwijtraken aan een medespeler. Het kan slim zijn de kaart met fiches te beschermen. Maar dat kan weer de suggestie wekken dat je een goede kaart hebt liggen en gaan anderen er als gekken op bieden. Handig om je kas te spekken, maar niet om de ronde te winnen. Je kunt natuurlijk ook de gok nemen en een lage kaart beschermen. Ofwel, je bluft dat je een hoge kaart hebt. Ook bij het afpakken van een kaart van een ander, moet je in fase 4 goed nadenken of je er nog een kaart bij wil leggen. Indien er met je geruild is, weet je nooit zeker wat je hebt. De enige zekerheid die je hebt is dat je weet welke kaart het sowieso niet is. Je kunt overigens ook een kaart wisselen met een ander om van je eigen slechte kaarten af te komen.  

Conclusie
Wie zich aan het kaartspel 10 gaat wagen doet er verstandig aan eerst wat proefrondes te spelen. De spelregels lijken aanvankelijk wat warrig. Maar wie de rust neemt om het spel fase voor fase door te nemen, komt er al gauw achter dat het helemaal niet zo’n lastig kaartspel is. Het spel zit best inventief in elkaar en je moet goed nadenken over de keuzes die je maakt. Je uitgangspositie kan nog zo goed zijn, maar met een beetje pech krijg je een matige kaart in je maag gesplitst. Een nadeel van de rondekaarten is dat het niet duidelijk is welke de 6 en welke de 9 is. Daarnaast is het spel niet zo enerverend als je het met 2 spelers speelt. De dynamiek van het ruilen die je met meerdere spelers hebt, gaat dan toch een beetje verloren. Het is zeker aan te raden het spel met tenminste 3 spelers te gaan spelen. 10 is in dat geval een geslaagd kaartspelletje met leuke bluf-elementen. Vooral geschikt als tussendoortje.



Uitgever: The Game Master
Speelduur: -
Auteur: Hans van Tol
Spelers: 2-7
Leeftijd: vanaf 7 jaar
Prijs: € 9,95

. : B A N N E R S : .