Biggenbende

Door Astrid Pater

Biggetjes worden niet de meest charmante dieren ter wereld gevonden. Nee, biggetjes zijn smerig, want ze rollen door de modder. De naam Biggenbende doet dan ook vermoeden dat we met een ongeregeld zooitje biggen te maken krijgen. Niets is minder waar, want deze biggetjes houden zich met name bezig met het eten van maïskolven. Het lijkt me niet dat daar iets mis mee is.

Biggetjes verzamelen
In Biggenbende probeer je als eerste al je kaarten kwijt te raken en zo varkentjes te verzamelen. Hoe eerder jij je kaarten hebt weggespeeld hoe meer varkentjes je krijgt. Het spel duurt 5 rondes of eindigt als alle biggetjes verdeeld zijn. Bij aanvang van het spel krijgen alle spelers 3 kaarten die gesloten op tafel blijven liggen. Vervolgens krijgt elke speler nog eens 7 kaarten waarvan er 3 open op tafel komen te liggen boven de gesloten kaarten. De speler mag zelf deze 3 kaarten kiezen. Het is belangrijk goed na te denken welke drie kaarten je open legt. Heb je een joker in de hand, dan is dit een slimme kaart om open op tafel te leggen. Een joker mag je op elke kaart leggen en de waarde is nul.  Je kunt echter ook afspreken dat de deler iedere speler drie open kaarten geeft.

Een bende biggenkaarten
Fase 1 van Biggenbende kan beginnen. Om de beurt leggen spelers een biggenkaart open op tafel. De volgende speler moet een biggenkaart spelen met tenminste dezelfde of een hogere waarde. Je mag meerdere kaarten van dezelfde waarde gelijktijdig uitspelen tot een maximum van drie kaarten. Aan het einde van je beurt pak je een kaart van de stapel totdat deze op is. Daarna probeer je allereerst de kaarten uit je hand kwijt te spelen. Kun je geen kaart kwijt, dan moet je de aflegstapel pakken en heb je plots een boel kaarten in de hand. Om te voorkomen dat de stapel te groot wordt, kun je als speler twee dingen doen. In de eerste plaats heb je de speciale kaart met waarde 8. Na het spelen van deze kaart verdwijnt de aflegstapel uit het spel. De aflegstapel verdwijnt ook uit het spel als er drie gelijke kaarten zijn gespeeld. Dit hoeft niet per se door één en dezelfde speler te gebeuren.

Biggenfase 2 en biggenfase 3
Zodra je geen kaarten meer in je hand hebt én de stapel op dan begint fase 2. In fase 2 probeer je jouw openliggende kaarten weg te spelen. Het kan zijn dat je voor dat lukt een aflegstapel in je maag gesplitst krijgt. Die kaarten neem je in de hand en je zit dan meteen weer in fase 1. Fase 3 begint als je én geen kaarten meer in de hand hebt én geen openliggende kaarten meer op tafel hebt. Wie het lukt om de laatste drie kaarten als eerste weg te spelen, krijgt drie varkentjes. De volgende speler die zijn kaarten kwijt weet te raken krijgt twee varkentjes de rest krijgt er eentje, behalve de speler die laatste wordt. Die speler krijgt niks.

Conclusie
Hoewel het idee van Biggenbende helemaal zo gek nog niet is, is het een kaartspel dat snel gaat vervelen omdat het te lang duurt. Het duurt te lang voor je alle handkaarten kwijt bent en je hebt te snel weer een flink aantal kaarten in handen. Het spel heeft te weinig inhoud om dit nadeel te compenseren. Je gaat nog liever door de modder rollen dan dat je vijf rondes lang bezig moet zijn al je kaarten zo snel mogelijk kwijt te raken. Biggenbende is zo’n spel dat je geneigd bent weg te leggen voor het volgens de spelregels is afgelopen. Jammer, maar helaas.



Uitgever: University Games
Speelduur: 45 min.
Auteur: Richard Borg
Spelers: 3-6
Leeftijd: vanaf 8 jaar
Prijs: € 9,95

. : B A N N E R S : .





">Colofon | Disclaimer